Wanvertoning door schending van het dualisme.

Op donderdag 11 november heeft de VVD tegen een motie gestemd om huishoudens met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm extra te compenseren voor de stijgende gasprijzen. De motie, ingediend door de ChristenUnie en de PvdA, leek op het eerste gezicht erg sympathiek. De VVD twijfelt echter aan de haalbaarheid van het voorstel. Ten eerste heeft de landelijke overheid besloten om ieder huishouden te compenseren met €400, omdat maatwerk oncontroleerbaar en onuitvoerbaar is. Logischerwijs lijkt het ons dan ook voor een kleinere organisatie als de gemeente onuitvoerbaar.


 

Daarnaast is de VVD er geen voorstander van dat de gemeente incidentele inkomenspolitiek gaat voeren. Ook huishoudens met een inkomen van bijvoorbeeld 121%, 130% of 200% van de bijstandsnorm hebben te maken met de stijgende energierekening.  Bovendien is er in de Tweede Kamer al aandacht voor de nijpende situatie waar huishoudens, die op of net boven de bijstandsnorm zitten, zich in bevinden. Door de indienende partijen werd aangegeven dat er twee moties, die specifiek zijn gericht op het compenseren van huishoudens met een laag inkomen, zijn aangenomen in de Tweede Kamer. De VVD denkt dat er daardoor de kans bestaat dat huishoudens dubbelop worden gecompenseerd. De wethouder heeft de vraag niet beantwoord of de gemeentelijke compensatie kan worden teruggevorderd als dit het geval is.

 

Voor de fractie van de VVD is het meest opmerkelijke feit dat wethouder Vos (CU) de motie van de ChristenUnie en PvdA beter wist te uit te leggen en te verdedigen dan zijzelf. Ze sloeg voor het gemak het hele gedeelte over of het college de motie aan- of afraadde, maar begon gelijk met het uitleggen van de motie. Dit wekt de suggestie dat de motie eigenlijk afkomstig was van de wethouder. Dit werd ook door diverse raadsleden opgemerkt. Zowel de fractie van de ChristenUnie als de wethouder deden geen enkele moeite om dit te ontkrachten.

 

De wethouder gaf zelfs indirect toe dat de motie uit haar koker kwam. Dit doet de vraag rijzen waarom er voor deze weg is gekozen. De wethouder was immers al op de hoogte van de problematiek, omdat zij in nauw contact staat met het sociaal team. Waarom wordt dit probleem dan aangekaart door middel van een motie in de raad en niet via een collegevoorstel? Het is toch juist aan een wethouder om de zuivere politieke weg te bewandelen? Wethouder Vos gaf aan dat de politiek sneller is dan het college. Misschien is dit de waarheid. Of wellicht kon ze de rest van het college niet achter haar voorstel krijgen om inkomenspolitiek te bedrijven.

 

Naar onze mening tast de handelwijze van de wethouder ook de positie van de raad aan. Ieder raadslid heeft namelijk recht op dezelfde informatie van het college. In dit geval had de fractie van de ChristenUnie overduidelijk meer informatie dan de rest. Toen onze fractievoorzitter, Henk Kemp, hier een opmerking over maakte, kreeg hij als reactie van de ChristenUnie dat hij ook zelf naar het gemeentehuis kon bellen voor informatie. Het laatste waar ambtenaren op zitten te wachten is raadsleden die om de haverklap voor informatie bellen.

 

“De fractie van de ChristenUnie heeft zich door de wethouder voor het karretje laten spannen,” concludeert Henk Kemp. De motie is overigens aangenomen. De angst om niet sociaal over te komen bleek uiteindelijk groter dan de angst om aan inkomenspolitiek te doen. Daarom stemden ook het CDA en de ABO ondanks hun eerdere bedenkingen in met de motie van de ChristenUnie en de PvdA. Kortom, de schending van het dualisme wordt beloond met een aangenomen motie.

 

VVD fractie